Dit verhaal heb ik geschreven naar aanleiding van een les i.v.m. HIV die ik gekregen heb.
‘Lieverd, wat is er met je aan de hand?’ vraagt mijn moeder me aan de eettafel. Ik negeer haar en concentreer me op mijn vis. ‘Je moeder heeft je iets gevraagd, Emma,’ zegt mijn vader boos. ‘Wat wil ze dat ik zeg? Het is nooit goed genoeg voor jullie!’ Ik loop van de tafel en ga in de tuin zitten op een laken. ‘Verhef nooit je stem tegen en vader en mij,’ zegt mijn moeder die me achterna komt. Ik kruis mijn armen voor mijn borst en kijk haar aan zonder iets te zeggen. ‘Is er soms iets tussen Liam en jouw? Ik heb hem al een tijdje niet meer gezien,’ zegt mijn moeder en ze blijft me aankijken. Ik klem mijn kaken opeen. ‘Wat is er gebeurt?’ vraagt mijn moeder en ze zet zich naast me op het laken. ‘Liam heeft me gedumpt,’ zeg ik zonder naar haar te kijken.
‘Waarom? Jullie zijn zo gek op elkaar.’
‘Liam is ziek,’ zeg ik toonloos. ‘Emma dat is geen reden om iemand te dumpen.’ Als ze wist wat ik bedoelde zou ze dit niet zeggen. Ze zou Liam gelijk geven. ‘Liam heeft HIV,’ zeg ik en ik hoor mijn moeder naar adem snappen. ‘Ik maak hem af,’ zegt mijn moeder tussen haar tanden door. ‘Wat!’ Ongelovig spring ik recht. ‘Jij vraagt me niet hoe ik me voel of hoe hij zich voelt. Je haat hem direct.’
‘Emma, je haalt het niet in je hoofd. Je gaat de dingen laten zoals ze zijn,’ zegt mijn moeder dreigend tegen mij.
‘Dat kan ik niet. Ik hou van hem.’
‘Je bent achttien. Jij weet niet wat houden van is!’
‘Hij heeft een fout gemaakt, maar daar hoeft hij niet voor te boeten.’ Mijn moeder ziet aan mijn ogen dat ik het meen.
‘Emma, ik ga hem mijn dochter niet ziek laten maken. Of wie zegt dat je al niet ziek bent?’ vraagt mijn moeder boos.
‘Hij heeft me gedumpt omdat hij me niet ziek wil maken! In welke eeuw leven jullie twee? Je krijgt niet zomaar HIV en daarbij we hebben veilig gevrijd.’
‘Jullie twee hebben samen geslapen?’ Ik kan zien dat mijn moeder kookt van woede.
‘Dat heb ik net toch gezegd niet? Ik ga hem terug krijgen en hij zal me niet ziek maken als we voorzichtig zijn. Dit wil zeggen geen bloedcontact en veilige sex.’ Ik loop de tuin uit. Ik ga Liam meteen zoeken en zeggen hoe ik erover denk. ‘Emma!’ roept mijn moeder me achterna. ‘praat maar met papa hij is verpleger voor iets!’ roep ik door het hele huis.
Ik weet waar ik Liam kan vinden. Elke keer als iets hem dwars zit vind ik hem in het park, de derde bank naast het meer. Als hij me ziet aankomen loopt hij meteen weg. ‘Liam wacht!’ roep ik maar hij loopt gewoon door. Ik loop achter hem aan en trek aan zijn arm. ‘Je moet naar me luisteren,’ zeg ik en hij staat stil. ‘Nee, Emma. Dat ik bij je ben kan je doden.’
‘Nee, je luistert niet,’ zeg ik en tranen rollen over mijn gezicht. ‘Emma, niet huilen dit is het beste. Ik hou veel te veel van jou om je te doden,’ zegt Liam, terwijl hij me afkeurend aan kijkt.
‘Als jij mij verlaat ga ik sneller sterven dan dat ik sterf van HIV,’ zeg ik kwaad. ‘Als jij bij me bent zul je altijd het risico lopen om vroeg of laat te sterven en je zult nooit kinderen krijgen.’ Ik weet dat ik dit nooit zal winnen en ik ga huilend terug naar huis.
Als ik thuis kom staan mijn ouders me bezorgd op te wachten.
'Jullie hebben je zin! Hij wil me niet meer! Jullie beseffen allemaal niet dat hij nog steeds een persoon is ook al is hij ziek! Ik zal hem terug krijgen wat jullie er ook van denken!'
Ik kan aan mijn ouders zien dat ze doorhebben dat ik het echt meen. Ik zal Liam terug krijgen.