Dit is een vervolg op een verhaal dat ik geschreven heb, maar ik ben opnieuw begonnen. Ik wilde jullie dit wegwerpje toch laten lezen.
Het is in het midden van de nacht en ik zit in mijn auto. Ik heb geen zin om het huis binnen te gaan, omdat ik weet dat de anderen op mij aan het wachten zijn. Ook al wil ik hen niet onder ogen te komen uiteindelijk zal ik wel moeten. Ik adem een keer diep in voordat ik de voordeur open. ‘Waar heb je gezeten?’ vraagt Ilse me boos. ‘Voor de zoveelste keer. Dat zijn jouw zaken niet Ilse,’ zeg ik toonloos en ik loop haar voorbij. ‘Sarah, loop niet van me weg!’ roept Ilse me achterna. ‘Wij horen je te beschermen zolang Alex niet terug is, maar elke avond weer verdwijn je. We maken ons allemaal zorgen om je als je dat doet. We weten niet of je veilig bent, of dat er iets gebeurd is,….’ Woedend draai ik me naar haar om en kijk diep in haar lichtblauwe bijna doorschijnende ogen. ‘Je moet ophouden met je zorgen om me te maken. Ik heb eeuwige jeugd,’ zeg ik met een verachtelijke toon terwijl ik haar onderbreek. ‘Dat wil niets zeggen, Sarah. Megan kan je nog even snel doden als ervoor. Zij heeft net als de meeste hier in huis onsterfelijkheid.’ ‘Ik wenste dat ik die dag gewoon gestorven was, dat Mattew dit niet gedaan had, dat….’ ‘Dat wens meen je niet, Sarah en dat weten we allebei. Onsterfelijkheid is het beste wat ons kon overkomen. Wij zijn de beschermers van de aarde voor eeuwig.’
‘Het beste dat ons kon overkomen?’ vraag ik ongelovig met een hysterische ondertoon en tranen in mijn ogen. ‘Vertel me dan maar eens hoe goed onsterfelijkheid is voor jou en Michael! Vertel het me! Jullie twee zitten dag en nacht op elkaar kap en dat tot in de eeuwigheid? Vertel me maar hoe goed onsterfelijkheid is voor jou! Ik geloof er toch niets van!’ roep ik giftig naar haar en dan loop ik woedend naar mijn kamer.
Ik gooi de deur dicht en laat me op de grond zakken. Hoe kan onsterfelijkheid goed zijn? Het heeft me niets dan problemen bezorgd. Ik ben boos en zou moeten huilen, maar ik kan het niet. In de eerste twee jaar nadat zij, de beschermers van zowel mij en mijn moeder, onsterfelijk zijn geworden en Alex en ik eeuwige jeugd hebben gekregen heb ik al te veel tranen verspilt. Iedereen belooft me dat alles goed zal komen, maar na vijf jaar heb ik daar nog niets van gemerkt. Ik doe de moeite niet om me om te kleden en ga op bed liggen. Na lang nadenken val ik eindelijk in slaap. Niet veel later wordt ik terug wakker, omdat ik iets in mijn haar voel. Ik open mijn ogen en staar ik de paarse ogen die ik zo hard gemist heb. ‘Sorry, dat ik je heb wakker gemaakt,’ zegt Alex en hij trekt me tegen zich aan. ‘Dat is niet erg. Ik had het je niet vergeven als je het niet had gedaan,’ zeg ik en leg mijn hand tegen zijn wang. ‘Sarah, ik heb geen goed nieuws van Kite. Ze zijn nog steeds van plan om ons allen te doden.’ Ik begraaf mijn gezicht in zijn trui. ‘Ik weet het,’ zegt hij troostend terwijl hij door mijn haar gaat. ‘Ik weet het.’ Als ik wakker wordt is het al middag. Ik weet dat Alex al beneden is bij de andere beschermers, het is niets voor hem om lang in bed te blijven. Ik ben blij dat ik nog steeds mezelf ben. Dat ik niet veranderd ben in de Sarah, die ik in dit leven zou moeten zijn, ook al heb ik haar herinneringen. Dit is allemaal mijn moeder haar schuld. Waarom wou ze dat ik zoals haar werd? Als zij die dag had opgegeven en niet wilde vechten … dan zou ik die dag niet gestorven zijn. Mattew zou er dan ook niet voor gezorgd hebben dat mijn leven werd zoals bedoeld was als mijn moeder niet in mijn toekomst had gekeken. Ik moet ophouden zo te denken. Mattew heeft veel voor me gedaan: hij heeft me leven gegeven, twee zonen en een echtgenoot. Ik zou hem dankbaar moeten zijn ook al gaan de dingen nu even niet goed. Ik kleed me om en ga naar beneden. Iedereen zit rond de tafel. Alle vijftig beschermers kijken naar mij als ik binnen kom. Ik sla mijn ogen neer en loop naar de keuken. Ik ga met een boterham en een glas fruitsap aan de keukentafel zitten. De laatste vijf jaar, sinds de dag waarop ik mijn zoontjes Jesse en Mattew heb moeten laten gaan doe ik alles uit gewoonte. Ik eet zonder te proeven, praat zonder echt mijn volledige aandacht te geven, toon geen of weinig gevoelens,… Als Alex er niet was had ik alles waarschijnlijk opgegeven. Voor eeuwig negentien, juist geen twintig, lijkt de droom van vele mensen, maar ik vind het niets. Ik zou het direct weggeven als het zou betekenen dat ik mijn zoontjes zie opgroeien. Ik heb al vijf jaar van hun leven gemist en elke dag word het meer. Ik denk dat het beter is als ik niet meer aan hen denk. Doe alsof ze niet bestaan. Ik weet dat het vreselijk klinkt, maar als ik het niet zou doen zou ik eronder door gaan. ‘Hey,’ zegt Alex. ‘Jij begint aan je ontbijt als wij allemaal al aan ons middagmaal beginnen.’ Hij slaat zijn armen om me heen. ‘Ik weet het. Ik had gewoon geen zin om vroeg op te staan,’ zeg ik. Hij laat me los en gaat tegenover me zitten en neemt mijn hand vast. Hij kijkt in mijn ogen. ‘Je bent de hoop aan het opgeven,’ zegt hij en ik kijk weg. Ik weet dat de diamanten die normaal in mijn goudkleurige ogen aanwezig zijn staan voor onder andere liefde. ‘Ik weet dat het hard is, maar je mag niet opgeven. Samen komen we er wel door,’ zegt hij en hij gaat met zijn vingers over mijn trouwring. De diamant die in het middenstaat heeft dezelfde paarse kleur als zijn ogen. Ik weet nog dat toen hij me de ring gaf ik er meteen verliefd op was. ‘Alex, luister eens,’ zegt Michael die, al ruziënd, met Ilse de keuken in komt. ‘Ik ga een stukje lopen,’ zeg ik tegen niemand in het bijzonder. Ik trek mijn hand terug uit Alex’ grip en verlaat de keuken zonder een van hen aan te kijken. Het is maar goed dat ik mijn gave, om anderen te inspireren, heb opgegeven. Als ze mijn gedrag en gevoelens van de laatste jaren als voorbeeld namen was de wereld tot ondergang gedoemd. Ik kruip in de auto en zet de radio hard. Vanaf dat de garagepoort omhoog is druk ik het gaspedaal helemaal in. Ik race door de bochten van dit heuvelachtige landschap zonder mijn lichten aan te doen. Na ongeveer een uur gebeurt het voorspelbare; ik verlies de controle over de auto en bots tegen een heuvel. Ach ja zulke dingen kunnen gebeuren. Ik stap lachend uit de auto en bel Ilse. Ze zegt dat ze binnen anderhalf uur bij mij is. Ik ga op de motor kap zitten, om op haar te wachten en het kan me niet schelen dat ik nat word van de regen. Ze heeft harder gereden dan mag want ze is er al na één uur. Met piepende remmen laat ze de auto te stil stand komen. ‘Sarah, wat heb je in hemelsnaam gedaan?’ vraagt ze kwaad terwijl ze uit haar auto stapt. ‘Ík heb niets gedaan,’ zeg ik en loop naar haar toe. ‘Ik ben uitgeweken voor een hert.’ Lachend loop ik om de auto heen naar de passagierskant. ‘Gaan we nog vertrekken of blijf je liever in de regen staan?’ vraag ik haar als ze niet instapt. Ze kijkt me ongelovig aan en dan stapt ze wel in. Ik zet de radio hard en doe het zijraampje naar beneden, om de koude wind binnen te laten. Ilse zegt er niets op al weet ik dat ze het koud krijgt. Alex en vele andere beschermers staan in de garage op ons te wachten. Alex opent mijn portier en ik stap uit. ‘Wat is er gebeurd?’ vraagt hij met een uitgeputte stem. ‘Zoals ik al zei: ‘Ik ben uitgeweken voor een hert,’ zeg ik en staar hem in de ogen. ‘Er zijn hier geen herten in de buurt, Sarah.’ Ik begin te lachen. ‘Dan heb ik het me ingebeeld,’ zeg ik en sla zijn hand weg zodat ik door kan. Ik weet dat alle blikken op mijn rug gericht zijn terwijl ik de garage verlaat. Ik trek me er niets van aan en ga in de woonkamer in de zetel zitten. ‘Sarah,’ zeggen Ilse en Alex tegelijk, als ze de woonkamer binnenkomen, gevolgd door de anderen.
‘Wat?’ ‘Dit moet ophouden,’ zegt Ilse. Ik sta recht en ga met mijn rug naar hen staan. ‘Begin niet.’ ‘Sarah, Ilse heeft gelijk,’ zegt Alex. ‘Nee!’ Ik sla woedend mijn hand door de glazen kast die voor mij staat. De grond rond de kast wordt bedekt met glas. ‘Laat zien,’ zegt Jim, de dokter onder de beschermers hier in huis. Als hij mijn arm wil vast nemen trek ik hem weg. ‘Sarah, laat me kijken. Je bent veel bloed aan het verliezen.’ Hij doet een stap dichter naar mij en ik kijk naar Alex en de andere beschermers. ‘Laat dat.’ Ik duw hem en loop langs de anderen heen naar de badkamer boven. Als de deur achter mij dicht valt bekijk ik mijn arm. Ik steek deze onderwater en zie het bloed wegvloeien. Ik zou willen dat al mijn bloed wegvloeide in de wasbak. Ik begrijp waarom mijn moeder alles somber zag, zo was je ten minste op het ergste voorbereid. Ik neem het lemmet van een scheermesje terwijl de tranen over mijn gezicht lopen. Ik weet dat iedereen boos op me gaat zijn, maar ik kan dit niet aan. Ik wil niet voelen of leven. Ik haal een keer diep adem en dan is er niets dan duisternis.
Ik open mijn ogen en bevind me in mijn eigen slaapkamer. Rond het bed zitten alle beschermers en Alex. Nee! Nee! Ik begin te huilen en klop woedend op het bed. ‘Sarah, het is in orde,’ zegt Alex en hij komt op me af. ‘Nee! Nee!…’ Ik ga kapot van verdriet. ‘Waarom? Waarom?’ zeg ik en ga woedend staan. ‘Sarah, rustig,’ zegt Alex en de anderen kijken me verschrikt aan. Ik begin woedend en huilend alles wat zich in de kamer bevind in het rond te gooien. ‘Wat hebben jullie gedaan?’ Ik weet dat ik de controle aan het verliezen ben. ‘Sarah,’ het is in orde,’ zegt Alex en hij omhelst me. ‘Nee! Nee! Nee!..’ Ik probeer me los te maken uit zijn greep, maar hij is te sterk. ‘Het komt in orde. Daar zal ik voor zorgen,’ zegt Alex en hij schommelt me heen en weer in zijn armen. ‘Ik beloof dat het allemaal in orde komt.’
‘We zullen allemaal helpen,’ zegt Jim. Ik weet dat ik er altijd tegen ben geweest dat ze voor mij zoudenvechten, maar nu kan het me niet meer schelen. Ik ben het zat! Dit gedoe tussen mijn moeder, Megan en mij moet ophouden voor eens en altijd.