Even een korte summary:
Ik groeide op in het huis van Black, de enige bloem in een familie van sterren;
Ik groeide in een wereld van mooie meisjes in mooie jurken met onbenullige glimlachjes en ik werd opgeleid tot een van hen;
Ik groeide op in een wereld waar ik leerde familie boven alles te stellen;
Ik groeide op en werd verliefd op James Peverell zelfs voordat ik school afgerond had;
Mijn verhaal begon op zeventienjarige leeftijd, de leeftijd van de onschuld;
Maar ik was dan ook nooit echt onschuldig.
Nou, daar komt 'ie:
HOOFDSTUK 1: De hel is leeg en alle duivels zijn hier.
"Nu, Rosalie, we verwachten we dat je uitsluitend voorbeeldig gedrag vertoont op kostschool," zei moeder vastberaden; haar prachtige korenbloemblauwe ogen streng.
Ik knikte enigszins overweldigd. "Ja, mama."
"Blijf bij Ascella," droeg mijn vader op. "Praat alleen tegen mensen waar zij ook tegen praat.”
Mijn zus Ascella luisterde niet. Ze was altijd al lang en slank geweest, maar deze zomer had ze een figuur gekregen en ze genoot van de aandacht die ze kreeg van iedere man binnen kijkafstand met een koele grijns op haar rode lippen.
"Houd een oogje op Lyrae," zei mijn vader tegen Ascella.
Ze knikte. "Ja, vader, 'zei ze liefjes.
Ascella pakte mijn hand in de hare en klom met mij op de trein. Verschillende mensen die haar herkenden keken haar verward aan en ik kon mijn glimlach niet inhouden. Mijn zus was niet vriendelijk van natuur en ik was haar enige vriendin, ondanks het leeftijdsverschil, en ze had geen behoefte aan meerdere vrienden.
”Wees niet zo nerveus,” vertelde ze me streng. “Je moet zorgen dat je meteen een goede indruk maakt.” De woorden ‘of anders…” waren duidelijk geïmpliceerd in haar stem
Ik haalde een schouder subtiel op. “Ik ben niet bang,” zei ik haar zachtjes.
“Nou, nou, wie hebben we daar? Als het de Black zusjes niet zijn,” kwam een spottende stem van achter ons.
Ascella balde haar vuisten. “Loop naar de hel, Johnson.”
“Tss.” De buitengewoon knappe jongen stapte naar voren, vermaak glinsterend in zijn groene ogen. “Je zusje is veel mooier dan jij.”
“Ze is een eerstejaars,” zei Ascella botweg. “En jij valt niet op blondines. Dus hou op met ons lastig te vallen.”
Tyler Johnson grijnsde. “Hoe weet jij waar ik op val, Black?”
”Omdat geen van de idioten waar jij mee omgaat blond zijn,” zei Ascella langzaam. “Voel je vrij om die traditie te breken, maar even een vriendschappelijke waarschuwing…” haar donkere ogen vernauwden zich dreigend. “…als je maar een vinger op mijn zusje legt, zal dat het laatste zijn wat je doet.”
Hij tilde mijn kin op met een vinger zodat ik in zijn ogen keek. “Wat denk jij, babyblauw?”
Ik snoof. “Ik denk dat je veel meer geïnteresseerd bent in mijn zus dan in mij.”
“Klopt,” gaf hij toe terwijl hij tegen de muur leunde, “maar ze moet me niet, dus ik ben mijn horizon aan het verbreden.”
“Weerloze kinderen aan het versieren, Johnson?” Een knappe oudere jongen die ik herkende van feesten van mijn ouders stapte de coupé waarvoor wij stonden uit. Hij was duidelijk een zevende – en daarmee laatste – jaars en droeg een Head Boy badge op zijn borst gespeld.
”Integendeel, James. Blijkbaar ben ik meer geïnteresseerd in de zus van het kind,” zei Tyler met een knipoog naar Ascella.
Ascella glimlachte liefjes. “James, zou jij alsjeblieft even op Rosalie willen letten, ik moet Johnson hier even iets duidelijk maken.”
De jongen pakte mijn arm en liep de coupé in met mij op sleeptouw. Hij leek geamuseerd door de bezorgdheid in mijn ogen als ik omkeek naar Ascella voordat hij de deur sloot.
“Maak je geen zorgen,” zei hij lijzig. “Dit soort gevechten komen regelmatig voor met die twee.”
“Oh?” zei ik niet erg verbaasd, aangezien ik Ascella langer dan vandaag kende. “En wie wint er normaal gesproken?”
“Ascella is een wonder,” zei James met afkeer. “Maar ze is heel opvliegend. Tyler ook, maar hij is ouder en sneller. Het kan beide kanten opgaan.” Hij viel stil toen hij ging zitten en ik bleef achter met het gevoel dat ik was afgedankt. Ik vernauwde mijn ogen; dit was niet een gevoel dat ik gewend was.
Enkele seconde later kwam een andere knappe jongen de coupé in, zijn blauwe ogen twinkelend. “Iemand moet Black en Johnson opbreken, het wordt gewelddadig,” zei hij lijzig. Zijn ogen rustten op mij. “En wie ben jij?”
“Rosalie Black,” zei ik.
Hij keek nog meer geamuseerd. “Het zusje van Ascella?
Ik knikte en hij lachte. “Ik dacht dat alle Blacks vernoemd werden naar sterren.”
“Een bloem in een familie van sterren,” mijmerde James sarcastisch. “Ik betwijfel of ze het lang vol zal houden.”
Ik vernauwde mijn ogen. “Zelfs een ster vergaat uiteindelijk, als hij uitbrandt is,” zei ik. “Een bloem blijft simpelweg groeien.”
James leek koeltjes geamuseerd. “Touché, juffrouw Black.”
De jongen met het donkere haar keek me aan met een glimlachje. “Ik ben Evan Rosier,” zei ik. “Ik zit in hetzelfde jaar als je zus Lyrae.”
James kwam vloeiend overeind. “Ik ga Ascella tegenhouden,” zei hij. “Help je mee, Rosier?”
Evan knikte en de twee liepen naar de deur. Voordat hij vertrok gaf Evan me nog een laatste grijns.
“Het was leuk je te ontmoeten, flower.”
Ascella keerde enkele minuten later terug met James. “Ik was aan het winnen!” zei ze woedend.
“Echt niet,” zei Tyler vanuit de deuropening; hij kwam binnen met Evan vlak achter zich.
Ascella opende haar mond om antwoord te geven, maar werd afgeleid toen nog twee mensen de coupé inkwamen. Een lange jongen met donkerbruin haar en hazelnootkleurige ogen knikte naar mij voordat hij naast James plaatsnam. Een mooi meisje met een chocoladekleurige huid en groene ogen zat naast Evan, die haar eerbiedig aankeek.
“Dit is Adonis Mason,” zei Ascella verveeld, gebarend naar de jongen.
Het meisje gaf mij een vriendelijke glimlach. “Ik ben Elaine,” zei ze vriendelijk.
“Rosalie,” zei ik, mijn hand uitstekend.
Nieuwe mensen kwamen binnen en anderen verlieten de coupé in de loop van de reis. James en Ascella gingen weg voor een vergadering met de staf en keerden kort erna terug met Ascella mopperend over Gryffindors.
“Ik moest haar tegenhouden zodat ze de klassenvertegenwoordiger niet aanviel,” mompelde James tegen Mason. “Hij maakte een opmerking over hoe ze “eens zou moeten proberen met een sloeber uit te gaan.” Zijn lippen krulden in een grimas van walging.
Ascella bleef moorddadig kijken en ook Tyler keek niet blij. “Ik wist dat hij een idioot was, maar ik dacht niet dat hij ook suïcidaal was,” fluisterde Elaine in mijn oor. “Je zus en Johnson zijn geen mensen die je boos wilt maken.”
“Waarom is Johnson boos?” fluisterde ik terug.
Elaine haalde haar schouders op. “Ze haten elkaar, maar als iemand je zus beledigd pakt Johnson ze nadat Ascella met hen klaar is.”
Ik grijnsde en Ascella keek geamuseerd. “Wat zitten jullie twee te fluisteren?”
De jongens verlieten de coupé zodat wij wat privacy hadden om onze schooluniformen aan te trekken. Terwijl ik mijn blouse dichtknoopte walste de meest etherische mooie blondine de kamer in en gaf me een boze blik.
“Yaxley,” zei Ascella koeltjes. “Heb je mijn zusje al ontmoet?”
Het meisje gaf me een onoprechte glimlach. “Rosalie, neem ik aan?”
Zodra ze zich omgedraaid had om zich om te kleden, keerde ik me wanhopig tot Elaine. “Zitten er dan helemaal geen lelijke mensen op deze school?”
Ascella grijnsde en antwoordde voor Elaine. “Weet je het dan nog niet, lieveling? Wij zijn de elite, de mensen die je tot nu toe ontmoet hebt zijn de elite van de elite. Dat is wat er gebeurt na zevenhonderd jaar van perfecte voortplanting.” Ze zwaaide luchtig met haar hand. “Natuurlijk zijn er flink wat andere leerlingen die niet goed genoeg zijn om met ons om te gaan,” lachte ze, “maar die zitten niet in dit compartiment.”
Ik glimlachte naar Elaine. “Wie is zij?” Ik gebaarde naar de blondine die net binnen was gekomen.
Elaine grijnsde. “Maak je geen zorgen over Lilian, ze is een derdejaars die met Mason gaat.”
“Waarom keek ze zo boos naar mij?” vroeg ik zachtjes.
“Ze heeft een hekel aan concurrentie,” legde Elaine uit. “Ze is mooi, hè?”
“Alsof ik concurrentie vorm,” zei ik. “Ik ben een eerstejaars en zij is…”
“Misschien nog niet,” zei Elaine schattend. “Maar dat komt nog wel, let op mijn woorden. Trouwens, Lilian is erg lichtgeraakt. Maak je geen zorgen, ze haat mij ook.”
“Ik kan je horen,” zei het meisje.
“Lichtgeraa-haakt,” fluisterde Elaine.
Ik glimlachte slechts.
Ik lag opgekruld in de stoel naast het haardvuur, met mijn benen over de leuning bengelend. Een boek rustte tussen mijn maag en mijn knieën en ik staarde in het vuur. De leerlingenkamer zoemde rustig terwijl de mensen ontspanden na het eten en hun huiswerk deden.
Die rust werd abrupt verstoord toen een gil de stilte brak.
“Rustig aan, Ash,” antwoordde ik kalm zonder me zelf om te draaien; na veertien jaar was ik in staat om de gil van mijn zus uit duizenden te herkennen.
“Kleineer me niet!” gilde ze terwijl ze naar mij toe stormde. Ze was nog mooier als ze boos was, haar zwarte ogen stormden en haar even donkere haar scheen een eigen donkere leven te hebben.
Ik zuchtte. Dramatiek was als zuurstof voor mijn zus; ze had het nodig om te overleven. Ik had echter geen bezwaar tegen rust.
“Ash, je gedraagt je belachelijk,” zei ik streng. “Als je mij niet meteen vertelt wat er mis is, ga ik verder met lezen.”
Iedereen in de leerlingenkamer hapte naar adem; ik was de enige persoon in misschien wel de hele wereld die op zo’n manier tegen de koningin van de school durfte te praten. En ik was zeker weten de enige persoon in de wereld die er niet voor gestraft zou worden.
”Lyrae gaat met een beursstudent uit!” siste ze woedend.
Ik knipperde met mijn ogen. “Weet je het zeker?”
“Natuurlijk weet ik het zeker!” snauwde ze. “Ik heb ze gezien.”
“Nou, ik weet zeker dat je haar kan overtuigen om ermee op te houden,” zei ik, terugkerend naar mijn boek.
“Ben je er dan helemaal niet overstuur over?” gilde ze. “Iemand met het kaliber van Lyrae hoort niet om te gaan met zoiets… smerigs… als een beursstudentje.”
“Natuurlijk wel,” zei ik kalm. “Ik zie gewoon de noodzaak niet om de geluidsbarrière ervoor te doorbreken.”
Iemand in de hoek grinnikte en Ascella keerde zich naar hem. “Doe me een lol, James, en fiets naar de hel.”
“Doe míj een lol, Black, en laat de rust wederkeren,” zei hij laconiek. De knappe blonde jongen stond op en ging zitten in de stoel naast de mijne.
“Ga weg,” zei Ash grof. “Dit is een familiediscussie.”
”Waar je zojuist de hele kamer hebt gedwongen naar te luisteren,” zei de jongen rustig. “Ik ben het eens met…” hij keerde zich naar mij. “Wat was je naam ook al weer?”
Ik keek op en stond op. “Aangezien je de moeite niet hebt genomen om hem de vorige te onthouden, zie ik geen reden om het nogmaals met je te delen.”
Ik pakte mijn boek en begon weg te lopen in de richting van de deur van de leerlingenkamer.
“Waar ga je heen?” eiste Ash te weten.
Ik zuchtte. “Ik ga Lyrae op de hoogte brengen van ons gesprek.”
“Ik ga mee,” zei Ash dreigend.
Eens te meer zuchtte ik. “Wederom liever niet, Ash. Hogwarts staat afkeurend tegenover moord, en ik ben redelijk dol op onze zuster, vandaar dat ik haar het liefst als één geheel zie.”
”Nou, vertel haar dan dat ik ervan weet en als het doorgaat ze het kasteel niet heel zal verlaten,” zei Ash met dezelfde dreigende ondertoon.
“Ik ben niet degene die je moet bedreigen, Ash,” zei ik. “Het is zeker niet mijn schuld dat onze zuster een hopeloze smaak in mannen heeft.”
Ascella rolde met haar ogen. “Kom hier terug en licht mij in over de afloop zodra je klaar bent,” beval ze.
Ik trok mijn wenkbrauwen op bij haar toon, maar bewaarde die discussie voor wanneer we alleen waren. Zelf ik zou haar geduld niet zo op de proef te stellen door haar te ondermijnen met zoveel toeschouwers. Ik was immers welgesteld; zelfbehoud is een vereiste kwaliteit.
Ik vond Lyrae patrouillerend op de vierde verdieping met een andere vijfdejaars student.
“Rose?” vroeg ze. “Wat doe jij hier in hemelsnaam?”
Ik trok een wenkbrauw op naar haar medeprefect, die mijn ogen ontweek. Blijkbaar kan ik Ascella prima imiteren wanneer dat nodig is.
“Dit is Vince,” zei Lyrae trots. “Vince Darren.”
Ik deed alsof ik even na moesten denken. “Darren… die naam herken ik niet.”
“Mijn familie is niet zeer bekend in jullie sociale cirkel,” zei hij, denkend dat hij behulpzaam was.
Ik trok een wenkbrauw op naar Lyrae. “Ash had dus gelijk.”
Mijn woorden hadden het gewenste effect. Lyrae’s gezicht verloor alle kleur. “Ascella weet ervan?” fluisterde ze.
Ik knikte. “Ze stelde de gehele leerlingenkamer op de hoogte aan de top van haar longen.”
Eindelijk scheen de jongen te begrijpen wat ik zei. “Is je zus dat moordlustige rijkeluismeisje?”
Ik keek hem koeltjes aan. “Pardon, maar welk moordlustig rijkeluismeisje bedoel je?”
Hij bloosde, maar bleef mij standvastig aankijken. “Je kunt haar vertellen dat ze zich nergens mee hoeft te bemoeien.”
Lyrae begroef haar gezicht in haar handen en ik probeerde het aan hem uit te leggen.
“Niemand verteld Ascella waar ze zich wel en niet mee kan bemoeien,” zei ik kalm. “Het zou vergelijkbaar zijn met een slapende leeuw in het oog te steken, alleen dan aanzienlijk gevaarlijker.”
“Ze klinkt als een monster,” zei hij.
Ik haalde mijn schouders op. “Ze is een ‘monster’, zoals jij het zo charmant stelt, die alles doet om haar zussen en bepaalde normen te beschermen.”
Hij scheen te begrijpen wat ik zei. “Omdat mijn ouders simpele arbeiders zijn?”
Ik keerde me naar Lyrae. “Rae,” berispte ik haar zachtjes. “Doe het op zijn minst in een beetje minder publiekelijk, anders zal zelfs ik niet in staat zijn om haar te overtuigen in de leerlingenkamer te blijven.”
Lyrae knikte naar me. “Dankjewel Rose,” zei ze zachtjes voordat ze haar patrouille hervatte.
Ik haalde mijn hand door mijn haar en begon vermoeid terug naar de leerlingenkamer te lopen.
Ik schrok toen er een stem achter mij klonk. “Dat was goed afgehandeld.”
Ik draaide me om en balde mijn vuisten. “Wie je ook bent, ben je van plan jezelf te onthullen of blijf je liever op de loer liggen in de schaduwen?”
Ik hoorde een koel gegrinnik en James Peverell stapte uit de schaduwen. Maar hartslag versnelde iets bij het zien van hem, ook al wist ik had het belachelijk was. Hij was een zevendejaars, net als Ash, en hij had waarschijnlijk geen tijd om aandacht aan haar jongere blonde zusje te besteden.
“Ben je mij gevolgd?” vroeg ik koeltjes.
“Ik vroeg me af hoe je dat af zou handelen,” zei hij. “Ik wilde zien of je dezelfde route als Ascella in zou slaan.”
Ik trok een wenkbrauw op. “Bedoel je met veel gegil en een redelijke hoeveelheid geweld? Sorry als ik je teleurgesteld heb.”
“Integendeel, juffrouw Black,” zei hij. “Het was een stuk interessanter om te zien. En, uitsluitend uit nieuwsgierigheid, wie worden er volgens jou nog meer als moordlustige rijkeluismeisjes gerekend?”
Ik haalde nonchalant een schouder op. “Ik ben nog bezig met een lijst op te stellen. Nu, als je mij niet kwalijk neemt keer ik nu terug naar mijn zus.”
“Wat ga je haar vertellen?” Hij liep naast me met een licht nieuwsgierige blik op zijn gezicht.
“Dat Lyrae er een einde aan heeft gemaakt.”
“En heeft ze dat?”
“Is dat jou zorg?” vroeg ik toonlos. Van binnen was ik geschokt door mijn eigen grofheid. Ik was opgevoed om altijd aangenaam en beleeft te zijn. Ik liet botheid meestal over aan Ash.
“Je lijkt meer op je zus dan mensen denken,” merkte hij op, lichtelijk geamuseerd.
”We zijn zussen,” zei ik. “Enige gelijkenis valt toch te verwachten.”