Online verhalen
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.



 
IndexIndex  Laatste afbeeldingenLaatste afbeeldingen  RegistrerenRegistreren  Inloggen  

 

 I'm Not Crazy

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Veertje




Aantal berichten : 2
Registratiedatum : 24-08-11

I'm Not Crazy Empty
BerichtOnderwerp: I'm Not Crazy   I'm Not Crazy Icon_minitimewo aug 24, 2011 3:01 pm

I'm Not Crazy

Hoofdstuk 1

Tristan zat gebukt in een kapotte koelkast. Het denderende geluid was oorverdovend en hij had zijn handen tegen zijn oren gedrukt. De berg rommel verstopte hem van de strijd boven en bood enige bescherming. De kanonnen vuurde achter elkaar kogels in de lucht en buiten de knallen van geweren heerste er een stilte.
Ineens weerklinkt er gerommel en Tristan opent zijn ogen. Iemand anders zocht ook bescherming en kroop door een oude kast. Tristan stond te kijken naar een meisje. Haar ogen bloedde fel en ze was waarschijnlijk blind.
Tristan kruipt naar haar om de wonde te verzorgen maar het meisje deinst bang terug.
“Rustig maar, ik ben Tristan, je kunt me vertrouwen.”
Het meisje stopte met trillen en kijkt in de richting van de stem. Haar ogen kon ze amper open doen en Tristan wist dat ze snel hulp nodig had.


Een vrachtwagen raast voorbij en trekt Mike uit zijn gedachte. Hij kijkt op en ziet dat het zo gaat regenen, gauw maakt hij voort om voor de bui op school te zijn. ‘Autistisch’ hadden ze hem benoemd ‘in zijn eigen wereldje’ eigenlijk konden ze er niet echt een naam op plakken, hij was gewoon in orde. Maar Mike had veel gedachtes, dromen, waar zijn ouders niet mee overweg konden. Als klein kind speelde hij niet met autootje en blokken, hij pakte de poppen van het buurmeisje en liet ze elkaar slaan en vocht ermee. Vrij snel had hij soldatjes gekregen, in de hoop dat dat zou helpen, maar zijn obsessie voor het gewelddadig slopen van poppen bleef. Maar Mike wist beter, het was niet het slopen, het was de woede die hij soms niet kwijt kon. Zijn ouders wilde altijd praten, wel, als kind van zes ben je niet altijd uit naar praten. Maar alles was anders nu, hij was geen klein kind meer met problemen, die alles haatte en in zijn eigen wereldje leefde. Mike was nu zestien, een tiener die nog steeds alles in zijn hoofd hield. Alle gedachtes die hem kwelde en hij kwijt moest, en dan vaak in een verhaal.
De rest van de rit kon hij niet meer in zijn verhaal komen en fietste daarom maar sneller naar school. Bij aankomst was zijn broek kletsnat maar het deerde hem niet echt. Hij liep verder de speelplaats op en mengde zich in een klein bescheidden groepje. Mike was eigenlijk de enige die er als de andere jongens uit zag, geen sweaters met daaronder een hemd, of een grote pluizige rode bos met haren. Ook droeg hij als enige geen bril en geen beugel. Het was dus ook vrij duidelijk dat het groepje het minpunt van de school was. Maar ongeacht hoe Mike eruit zag, erbij horen deed hij toch niet. Expres of niet, hij wist dat mensen niet voor zijn fantasie zouden vallen. Bovendien had hij de naam autistisch gekregen, en deed dat hem zelf het gevoel geven er niet bij te horen. Soms geloofde hij het wel, dat anders was, raar, niet gewoon. Maar soms ook niet, hij was gewoon anders, maar dat was toch zeker iedereen. Het waren slechts labels, iedereen had een label. De mooie meisjes waren de populaire, en voor de jongens die aan sport deden of heel knap waren gelde dat ook. Tuurlijk had je ook de normale van de school. Maar de meeste aandacht werd besteed aan die sukkeltjes, de minpuntjes. Op zich een naam om trots op te zijn, vond Mike, maar vol tegenslagen.
Van zodra de bel ging mengde hij zich als een van de eerste tussen de menigte en liep naar de gymzaal. Daar zouden de klassen voor het nieuwe jaar uitgekozen worden.

In de grote zaal stonden vele stoelen en iedereen werd lukraak ergens neergezet. Mike hield zich een beetje stil, hij werd als een van de laatste in zijn klas gezet. Daar ging hij dan, het derde middelbaar. De klas leek erg luidruchtig en een rij was er echt niet bij, de leraar begon er verder ook niet over en de groep ging naar een volgende zaal. Daar moest ieder om de beurt als zijn naam werd afgeroepen zijn boeken komen halen. Ook nu weer was hij laatste, wat vrij logisch was, en liep de klas achterna. Het kleine lokaal waar ze veel tijd gingen door brengen viel van ellende uit elkaar. De wanden bevatte gaten die met cement gedicht waren en her en der hingen er wat planken om grote gaten te dichten. Het lokaal zag er echt niet uit en de klas kon er ook niet mee om gaan. Elke keer als de leraar niet keer werd er met rommeltjes aan het cement gekrabd en werd er getekend op het hout.
“Ik wil dat jullie allemaal een naamkaartje maken en deze op jullie bank zetten.” de vrouw keek ieder een keer aan. “En dan gaat ieder zich voorstellen, je naam, een hobby en je familie.” Mijn familie? Dacht Mike, wat moeten ze daar nu over weten. Ieder stelde zich voor, meestal deden de jongens voetbal maar de meisjes kwamen met iets originelere dingen zoals volleybal en tennis. Mike deed niet aan sport, zijn hobby was vrij simpel, achter de computer zitten. Er werd hem wel gevraagd wat hij daar deed, maar een eerlijk antwoord gaf hij niet, niemand hoefde te weten dat hij daar verhalen schreef. Over zijn familie kon hij ook niet veel zeg, de meeste leefde niet meer, en hij was enigs kind. Vrij simpel voor een jongen van zestien.

De verdere gesprekken over de klas interesseerde hem niet veel en hij zonk weer in gedachten weg. Het nieuwe verhaal dat in zijn hoofd afspeelde over het meisje in de oorlog speelde in zijn hoofd af, hij was vast beraden het af te krijgen tegen de winter. Als hij dan toch eindelijk zijn eerste verhaal zou af hebben zou hij het melden bij een uitgeverij, in de hoop dat deze het uit gaf en hij zijn eerste boek had. Dan kon hij bewijzen dat hij niet gek was, dat hij wel degelijk iets kon. Dan zouden zijn ouders normaal tegen hem kunnen praten.

Een bom sloeg vlak bij hun in en Tristan maakte er gebruik van, hij rende blindelings door het stof heen naar een ander gebouw. In de verte was een grote muur, de mensen die zich daar met geweren verstopte waren aan zijn kant. Tristan nam zijn kans en rende door het oude gebouw heen. Het meisje rende bang mee maar wist bij hem te blijven. Dan hielden ze zich muisstil, een soldaat begaf zich in het gebouw, met de verkeerde vlag op zijn schouder. Tristan keek voorzichtig door een gaatje naar de man, naast hem aan de andere kant van de deuropening lag een dode man met een geweer, als hij erbij kon, kon hij de soldaat neer schieten. Maar deze keek te veel rond om ineens voorbij te gaan.

“Mike, heb je ooit al eens aan sport gedaan” vraagt de leraar hem. Mike kijkt op “Nauw ja ik heb al een tegen een bal geschopt, als je dat bedoelt.” De klas moest lachen maar de leraar keek hem strak aan “Ik bedoel serieus aan een sport gedaan.” zegt ze lichtjes geïrriteerd. Mike schut zijn hoofd “Nee mevrouw.” zegt hij braafjes, wat de klas weer deed lachen. “Stilte.” zei de vrouw. Ze had geen zin om verdere controle over de klas te verliezen en liet Mike zijn. Anderen werden wel gevraagd wat ze allemaal al gedaan hadden. Weer kon hij niet in zijn verhaal komen, maar nu deerde het hem niet echt. Nu kon hij beter luisteren naar de klasgenoten, misschien stak hij er nog iets van op.
De verlossende bel deed iedereen op staan. Zowel de leraar en de leerlingen hadden er genoeg van. Wat ergens raar was natuurlijk, maar de drukke klas gaf de leraar zeker zenuwen. Mike had er niet veel problemen mee, hoe meer ze met haar bezig waren, hoe minder met hem. Maar waar hij zich het grootste zorgen om maakte kwam nu, enkele jongens hadden het niet zo met hem, en speeltijd was altijd verraderlijk. De kans voor de leerlingen om te laten zien wat ze van iemand vonden.
Mike liep de gang op en liep naar zijn kluisje, ergens in de verte stond een leraar, wat hem iets vertrouwen gaf. Hij stopt de boeken in zijn kluisje en haalt er andere uit om die in zijn boekentas te stoppen. Als hij op kijkt ziet hij dat de leraar weg is en een trilling gaat over zijn lichaam als hij aan de andere kant leerlingen hoort aan komen. Met groot gelach stappen ze op hem af en Mike draait zich om. Mike sluit zijn kluisje en zet zijn boekentas op zijn rug. Een jongen duwt hem tegen zijn kluisje omhoog, een beeld van de oorlog schoot door hem heen.

De soldaat met zijn geweer en hij die in het midden van de deur opening stond en Tristan die het geweer in zijn handen had, klaar om te schieten. Pang ! Maar het was niet Tristan die schoot, het was iemand met de juiste vlag aan zijn pak. Deze snelde hem toe en zag dan ook het meisje “We moeten haar helpen.” zegt hij zacht. De man knikte in stemmende en hield het meisje in zijn armen. Tristan rende achter hem aan naar de achterkant van de muur.

Mike zag hoe een leraar de jongens op hun kop zat, dat ze sorry moesten zeggen, maar voor ze dat konden doen was Mike al weg. De leraar keek verbaasd door de gang, maar Mike wist wel beter, het zou alles alleen maar slechter maken. Nee, hij besloot afstand te nemen en mengde zich weer in zijn groepje, die stelde geen vragen. Maar Mike was wel bezorgt, Denver miste, en hij had niks gemeld. Ook tijdens de les verscheen hij niet in het lokaal, hij en Mike zaten samen in een klas, de rest moest zich jammer genoeg op splitsen. Mike was zeker hem vandaag gezien te hebben en besloot tijdens de middag naar hem te zoeken. Echter was er tijdens de middag ook geen spoor van hem. Maar bij Mike ging al een lampje branden, en uiteindelijk vonden ze hem in een vuilnisbak. Denver zat met zijn armen rond zijn benen geklemd en zijn hoofd er tussen. Mike sprong erin, de bak was toch leeg, en ging naast hem zitten. “Kom.” Zei hij troostend. Denver keek op, zijn ogen waren rood en hij voelde zich diep beschaamd over de gebeurtenis. Mike trok hem omhoog en legde zijn arm rond zijn middel. Denver zei niks meer die dag, en ging toen meteen naar huis. Mike vond dit de druppel, iedereen wist wie het gedaan had, en okal zou hij de enige zijn die naar de jongens durfde toe te gaan. Hij zou laten zien dat er niet met hem te sollen valt.
Zelfverzekerd stapt hij op de jongens af, lachend keken ze hem aan. Maar Mike ging niet terug voor de jongens, en zonder iets te zeggen stond hij voor ze stil. “Zo, en?” zei de jongen hem toe. Mike deinsde niet terug, hij wist best wat ze probeerde. “Zo? Wel, ik heb gehoord dat jullie je met mijnvriend bemoeid hebben.” De jongens schoten in de lach en een kwam naar voor om te antwoorden. “O, je bedoelt die kleine rooie, die hebben we even op zijn plek gezet ja.” Het verbaasde Mike iedere keer weer als jongens nog niet eens ontkende wat ze deden, ze waren er trots op. Mike zette een stap dichterbij maar bedacht zich dan. Wat voor zin had het om verder ruzie te zoeken, dacht hij stoer te zijn, of dacht hij aan zijn vrienden ? Misschien wilde hij wel gewoon eens door de gang lopen zonder dat hij aan de kant werd geduwd, maar was het dan ego? In ieder geval liep hij van de jongens weg, liet ze in hun verbazing achter.
Terug naar boven Ga naar beneden
 
I'm Not Crazy
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Online verhalen :: Verhalen :: Fantasy-
Ga naar: