Online verhalen
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.



 
IndexIndex  Laatste afbeeldingenLaatste afbeeldingen  RegistrerenRegistreren  Inloggen  

 

 Ja, iets :l

Ga naar beneden 
AuteurBericht
W3IRDASS

W3IRDASS


Aantal berichten : 1
Registratiedatum : 07-11-12
Woonplaats : Mijn doos :3

Ja, iets :l Empty
BerichtOnderwerp: Ja, iets :l   Ja, iets :l Icon_minitimewo nov 07, 2012 10:52 pm

Sorry dat het zo lang is, ik wist niet waar precies in stukjes te verdelen. Maar dit is wat ik tot nu toe heb, het is soort van dagboek stijl.


''Er was eens een tijd, dat ik echt gelukkig was. Dat alles perfect was, totdat ik de waarheid wilde weten. Totdat ik de echte ik wilde zijn. Nu ik er goed over nadenk, is dit avontuur het beste wat me is overkomen. Terwijl het niet echt de bedoeling was dat het allemaal zo zou lopen.
Het begon op een simpele maandag, ergens midden Juli. Mijn moeder, Jules en ik zaten gezellig te genieten van het avondeten, samen. Iets wat we al jaren niet hadden gedaan, misschien kwam het omdat mam eindelijk geen humeur had. Ondanks het feit dat mam geen humeur had, hing er toch een gespannen sfeer. Als ik op dat moment een wens mocht maken, zou het wel zijn dat iemand wat zei. Zo stil, net alsof iemand iets fouts had gedaan. Ik was het zeker niet, had hele week mijn best gedaan omdat het bijna mijn 16e verjaardag was. Ik had nog altijd niet bedacht of ik een feest zou geven. Veel mensen kon ik toch niet uitnodigen, buiten Marieke en Sofie dan. Mijn gedachten werden onderbroken door de stem van mijn moeder. Ik verstond niet echt wat ze zei, het enige dat ik zag was een traan die over haar wang richting haar kin gleed. Opeens stond ze recht, nam haar bord mee en ging naar de keuken. Wat was dat nou weer voor acteerwerk ? Voor zover ik me herinner is mam nooit normaal geweest. Waarschijnlijk zo’n hersenziekte van de drank. Elke gelegenheid was genoeg om te drinken. Vroeger dronk ze niet zo veel, maar ze begon steeds vaker te drinken en voor je het wist dronk ze elk moment van elke dag. Soms dacht ik wel es dat mam drank belangrijker vond dat haar bloedeigen kinderen. Voor ik het wist stond Jules naast me aan mijn trui te trekken. Zucht, ook dat nog. Net op het moment dat ik de volle aandacht op Jules wou vestigen, trok mam hem bij me weg. Wat nou weer, was het enige dat ik toen kon bedenken. Zo droog als maar kon antwoordde mam dat het Jules zijn bedtijd was. Half negen was het maar. Maar voor Jules, was dit echt een lange dag. Hij was amper 3, die kleuters zijn gewoon sneller moe. Opeens ontsnapte er een geeuw uit mijn mond, oke misschien ben ik ook wel snel moe.. . Het leek wel alsof ik maar vijf korte minuutjes had geslapen toen de wekker met een zoemend geluid mijn trommelvliezen zonder respect behandelde. Dit werd weer zo’n ochtend zoals alle anderen; opstaan, ontbijten en te laat op school komen. Noujah teminste, ik dacht dat het zo’n normale ochtend zou zijn. Toen ik eindelijk aangekleed beneden aankwam zag ik mijn moeder snikkend aan de tafel zitten. Meestal huilt ze geen twee dagen na elkaar. Zou ik dan toch es vragen hoe het gaat? Ik bedoel, ze is en blijft mijn moeder, hoe irritant ze ook mag wezen af en toe.. . Maar dan zou ze toch allemaal maar schreeuwen hoe ik haar leven verpeste. Dus ik zette gewoon even men hart uit en stapte de voordeur uit. Terwijl ik mijn fietsslot probeerde open te kraken bedacht ik me dat mam eigenlijk bijna nooit huilde. Een vrouw zonder angst, zoals ze zichzelf af en toe wel noemde. Mijn moeder dacht vaak dat ze hét was, ze vertelde me dat ze vroeger als kind altijd al wist dat ze succesvol zou worden. Vroeger als kind, wou ik altijd als mijn moeder zijn, ze had gewoon het hele paketje; slim, mooi en geen angsten. Voor mijn moeder de drank ontdekte was ze nog best aardig, maar dat is ondertussen ook al drie jaar geleden. Ik schaam me ervoor, het feit dat mijn moeder haar leven vergooit met drinken. Zo wil ik nu helemaal niet meer worden. Een druppel recht op het puntje van men neus haalt me uit mijn verre gedachten. Ik was bijna vergeten naar school te gaan, af en toe is die regen wel handig. Ik stapte op men fiets en reed op volle snelheid naar school. Weeral te laat, zoveel belang hecht ik er tegenwoordig niet meer aan, ik was toch elke dag te laat. Maar elke keer als ik binnenkom staren de andere leerlingen me aan alsof ik een crimineel ben, alsof ik een moord gepleegd heb zonder hart. Alleen maar aan de gedachte om iemand te vermoorden begin ik al te bibberen, dus er zit geen potentiële moordenaar in me, dat is zeker. Zodra het 1e lessenblok voorbij is ren ik de trappen af, ze mogen me niet nog eens uitschelden, die kinderen van mijn klas denken gewoon dat ze alles zijn en alles mogen. Alleen maar omdat ik geen vader had, was ik het mikpuntje van de klas, de enige die er nooit zal bijhoren. Gelukkig weten ze niets van mijn moeders drankprobleem, dan kan ik het wel helemaal schudden. Het liefst van al, zou ik verhuizen, naar een plek zonder gemene kinderen in me klas. Naar een plek zonder mijn moeder. Maar ik betwijfel het of zo’n plek wel echt bestaat. Net als ik van de laatste trede van de trap wil springen, word ik geduwt. En ja hoor, daar lig ik op de grond met mijn schooltas ergens verderop. Als ik achter me kijk zie ik die nare klasgenootjes. Zonder enige traan grijp ik me schooltas en loop weg. Dit gebeurd nou altijd, op die momenten dat je het niet ziet aankomen. Ik ga gewoon naar huis en daar ging ik, op weg naar die andere vreselijke plek. Eenmaal thuis doet mam de deur niet open, die slaapt waarschijnlijk haar roes weer uit. En ik was zo stom om men sleutels te vergeten op de keukentafel. Op naar de achterdeur, ik loop door struiken en bomen, alsof ik verdwaalt ben in een bos. Na een eindeloze boswandeling ben ik bij de achterdeur, die staat immers nooit op slot. Zacht piepend schuift de deur naar voren. In dit deel van het huis ben ik nog maar een enkele keren geweest, als ze de voordeur aan het vervangen waren bijvoorbeeld. Eenmaal in de hal aangekomen ren ik naar boven, maar daar was mijn moeder nergens. Zelfs niet op haar vaste ‘roes-uitslaap-plekkie’. En hup, weer de trappen af, misschien maakte ze wel avond eten, niet dat ze dat ooit gedaan heeft, maar je weet nooit. Vanaf het moment dat ik in de woonkamer sta, gil ik alles eruit. Dit was één van de akeligste ontdekkingen ooit. Mijn moeder, liggend op de bank met wel dertig lege pillendoosjes op de tafel. Hoewel ik het nooit verwacht had, zei iets in me dat ik haar moest helpen. Ik greep mijn mobiele telefoon uit men tasje en belde de hulpdienst, die waren er al na tien minuten. Tien minuten lijkt weinig, maar voor mij leken ze wel eindeloos. Het moment dat ze mama op de brancard legde en de ambulance inrollde, vloeide de tranen zo over mijn kleine bange gezichtje. Ondertussen was Jules erbij gekomen, ik had hem vastgenomen en weer het huis ingetrokken. Zenuwachtig probeerde ik alle rommel die mijn moeder had gemaakt op te ruimen. Na ongeveer een uurtje zenuwachtig en stressy opruimen stond er een vreemde vrouw in een net pak aan de deur. Terwijl ik mijn tranen probeerde weg te vegen strompelde ik naar de deur en trok hem met tegenzin open. Het was een vrouw van bureau jeugdzorg, ze vertelde me dat de overdosis van mijn moeder dodelijk was. Zonder erbij na te denken greep ik die vrouw goed vast en liet alle opgekropte tranen van de voorbije jaren de volle gang. Toen ik eindelijk wat rustig was geworden kwamen er opeens nog twee mannen in huis, ze zeiden dat ik een kwartiertje kreeg om belangrijke spullen in te pakken en mee te gaan. Ik zou naar een pleeggezin gaan, maar dat wou ik echt niet. Ik rende naar mijn kamer, kuste Jules vaarwel en kroop langs het raam naar buiten. Ik zette hem op het lopen, het maakte niet uit waar, als ik daar maar weg was. Na een paar uur rondzwerven op straat kwam ik op een eindeloze weg uit. Heel af en toe een boom, net een stuk weg in de sahara. Nu kon ik wel wat minder hard rennen. Langzaam strompelend stapte ik, in de hoop ooit het einde van deze weg te vinden. Opeens zomaar uit het niets stond er een jongen achter me. Ik schrok me dood, Toen ik beter keek zag ik dat zijn middelblond haar perfect paste bij zijn hemelblauwe ogen. Ondanks zijn mooie verschijning, had ik geen nood aan gezelschap. Maar hij was duidelijk niet van plan om weg te gaan. Nadat die wel honderduizend keer had gevraagd waar ik heen ging, ontplofte ik en schreeuwde dat ik tijd voor mezelf nodig had en dat ik helemaal geen nood had aan mensen in mijn buurt. Ik hoopte eigenlijk dat ie daardoor zou weggaan, maar hij werd alleen maar irritanter. Opeens kreeg ik een brok in mijn keel en begon te huilen als een pasgeborenen. Ik zette me aan de kant van de weg op een kei en jankte alle problemen eruit. Opeens werd die irritante jongen een hele lieve en betrouwbare gast. Zonder erbij na te denken, vertelde ik hem alles; het verlies van mijn moeder, haar drankprobleem en dat ik niet weet wie mijn vader is. Opeens zei die heel sarcastisch dat ik op zoek moest gaan naar mijn vader. En toen is het echte avontuur begonnen. De zoektocht naar mijn vader. Natuurlijk wist ik gewoon niks van hem, geen naam of adres. Altijd als ik mam vroeg naar mijn vader, had ze het te druk of was ze moe. Dan zei hij dat ie Jorick heette. Hmm, die naam paste wel bij hem. Mijn allereerste stap in de zoektocht naar mijn vader, eindigde met veel modder en vlekken. Ik viel als een idioot op de kant van de weg. Dat begon goed. Ik liet me niet ontmoedigen en stond op en liep door. En Jorick ? Die zou mij helpen en me door dik en dun steunen. Terwijl de maan langzaam zichtbaar werd stapten wij onze voeten kapot, op weg naar het einde van deze eindeloze weg. Het moest ongeveer half twaalf geweest zijn toen we eindelijk aan het einde van de weg waren. We konden beter gaan slapen, maar geen van beide had spullen bij zich. Toen vonden we het perfecte plekje, mooi uitzicht en redelijk hoog gelegen. Vreemd genoeg was ik de gene die niet bang was om in het gras tussen de mieren te gaan liggen. Na lang zeuren ging Jorick eindelijk naast me liggen, het was wel effe wennen omdat ik hem maar een paar uur kende. Na een tijdje werden men oogleden zo zwaar, en toen moet ik in slaap gevallen zijn. Het leek wel uren dat ik geslapen had, toen ik mijn ogen open deed zag ik Jorick nergens meer. Ik was zo bang dat ie er vandoor was gegaan. Even leek het alsof ik de enige in de wijde omgeving was. Maar toen kwam Jorick er al huppelend aan, niet dat het echt bij hem paste ofzo, maarjah. Ergens vond ik het wel schattig. Hij kwam naast me zitten en maakte het zichzelf comfortabel. Opeens keek hij heel anders, zo serieus.. . Opeens vloeide een paar tranen uit zijn hemelsblauwe ogen. Je zou zeggen dat iedereen er juist mooier uitziet met een lach, maar hij niet. Als Jorick huilt, is hij eerlijk. Alsof zijn tranen een verhaal vertellen puur gebaseerd op zuiverheid en vertrouwen. Jorick veegde zijn tranen weg en zei met een angstige stem dat hij anders was. Maar hoezo anders ? Hij ging zitten langs de rand van de weg, ik ging naast hem zitten en zweeg. We keken samen hoe de zon opkwam en zwegen, uren lang. Uiteindelijk stonden we toch op, grepen de enkele spullen die we mee hadden en gingen weer verder op stap. Elke stap, was één stap dichter bij men vader. Ik kreeg het geniale idee om te gaan liften, dat gaat namelijk sneller. Al snel zaten we voorin een vrachtwagen bij een man die naar bloemen rook. Hij was een late hippie vermoedde ik. Hij zette zijn radio op, en begon luidskeels mee te zingen. Dat was één van de leukste ritjes ooit. Hij zette ons af op het Vissersplein en daar scheidden onze wegen. Eenmaal op het Vissersplein waren we zo moe, maar er was geen enkel goedkoop hotel in de buurt. Al snel fonkelden de sterren aan de hemel en de enige slaapplek die we vonden was een bankje in het park. Tussen alle andere zwervers. Ondertussen dacht ik nog steeds na over wat Jorick bedoelde toen hij zei dat hij anders was dan andere mensen. Ik zou er subtiel over beginnen tegen Jorick. Maar hij was weer verdwenen, dit was al de 2e keer in één dag. Ik had geen idee waar ik moest beginnen met zoeken, maar van één ding was ik zeker: Ik zou erachter komen wat hij verborg. Opeens stond ie achter me en zei dat hij af en toe nood had om alleen te zijn. Dat snapte ik wel, ik was al een tijdje alleen. Ik verzamelde al mijn moed bijeen en vroeg wat zijn probleem was. Het klonk ietsje te grof naar mijn oren. Maar voor Jorick duidelijk nog erger, hij keek zo boos op een bepaald moment. Al snel begonnen we te schreeuwen naar elkaar en voelde ik die woede weer. Diezelfde woede voelde ik ook als mijn moeder haar eerste glaasje wijn greep. Want dat ene glaasje werd al snel een hele fles. Ik moest denken aan mijn moeder, je mag zeggen wat je wilt. Zo’n slecht mens was ze nou ook niet. Ik betrapte er mezelf op dat er tranen in mijn ogen stonden. Opeens werd het stil, niemand schreeuwde nog. Ik dacht dat het allemaal voorbij was, die pijn en eenzaamheid.. . Ik voelde een arm om men schouder, zo eentje waarvan je denkt ‘Sjees, is dit dan alles wat krijg na jaren pijn en bedrog ?’. Ik sloot mijn ogen en hoopte dat het de laatste keer was. Jorick draaide naar me toe: ‘Ik weet dat het pijn doet, erachter komen dat je ouders een geheim hebben voor je. De persoon die ik jarelang mam noemde heeft nooit verteld dat ik geadopteerd was.’ Ik deed me ogen weer open en keek vragend, hoe is ie er dan achter gekomen ? ‘Ze was wanhopig, geen man en ze kon geen kinderen krijgen. In het ziekenhuis was ik alleen, ik was ten vondeling gelegd omdat niemand me wou. Ik was het duivelskind, in mijn buurt ging alles mis. Ik was de laatste hoop voor die vrouw. Ze heeft me daar weggehaald, uit dat ziekenhuis dat me betere kansen had kunnen bieden. Ze heeft mijn leven voorgoed verpest.’
Terug naar boven Ga naar beneden
 
Ja, iets :l
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Online verhalen :: Verhalen :: Overige verhalen-
Ga naar: