Ontvoerd door de ogen van een kind.
Het verhaal gaat over een 4 jarige jongetje dat ontvoerd wordt vanuit een zwembad. De verhaal lijn wordt verteld door de ogen van het jongetje, hoe hij het ziet, voelt en hoort.
Het verhaal begint om een zaterdagmorgen, het sneeuwde buiten en het was koud. Mijn moeder wou met mijn oudere zus van 7 jaar en mij gaan zwemmen. We deden dit vaker als papa moest werken thuis, en wat rust nodig had. In het zwembad snel omkleden en het water in. Ik mocht van mijn moeder natuurlijk alleen in het ondiepe bad, met moeders erbij. Ik had veel plezier, ik hou van zwemmen, en vindt water geweldig.
Na een tijd te hebben gezwommen loop ik met mijn moeder en zus naar de cafetaria om wat te gaan eten. Mijn zus is koppig en wilt weer gaan zwemmen, moeders wordt wel een beetje boos. Na een stevig gesprek lopen we verder, ik loop los en dwaal een beetje. Denkend om straks weer te gaan zwemmen en of we een ijsje mogen. Opeens merk ik dat ik mijn moeder en zus kwijt ben, waar zijn ze ? Ik kijk rond of ik ze zie, heb gelijk een angstig leeg gevoel, krijg tranen in mijn ogen, en begin het koud te krijgen. Opeens komt er een mevrouw naar mij toe, ze praat zacht tegen mij 'hallo ben jij je mama kwijt' ik knik ja. Ze slaat een badhanddoek over mij heen, en doet een soort muts over mijn natte haren. Het is een lekkere warme en zachte rode badhanddoek. De vrouw doet de handdoek goed dicht, 'we zullen je mama wel vinden, kijk maar goed of je haar ziet' Ze tilt mij op, en kijkt samen met mij rond. Er gaat een gedachte door mij heen, maar hoe kan mijn mama mij nu zo herkennen. Ik zeg tegen de vrouw dat ik niet met vreemde mee mag, en dat ze een vreemde is. De vrouw zegt 'ik ben een moeder, mijn dochter zwemt ergens rond. Van haar is deze badhanddoek, die mag je zekers even lenen' Ze laat mij een foto zien van een meisje. Wie is deze mevrouw, waarom helpt ze mij. Mama is er nu niet maar deze mevrouw is best aardig en lief net als mijn mama. Als de mevrouw wilt gaan lopen stribbel ik toch tegen, het gevoel van angst en leegte schieten alweer door mij heen. Is het niet beter als ik hier blijf en op mijn moeder wacht, die zal ze zo wel merken dat ik weg ben. De mevrouw praat met een zachte stem tegen mij, 'we zullen je moeder wel vinden zegt ze, heb je het lekker warm' ik heb het inderdaad lekker warm en knik ja.
We lopen best ver van de plek af, dan stopt ze in een ruimte vol met hokjes. Ik ben hier met mama geweest, toen heeft ze onze kleren in zo'n hokje gedaan. Ik roep best hard mama, en nog een keertje, 'niet zo hard praten hier' zegt de mevrouw. Nee mijn moeder of zus zijn hier niet. Ik zie de mevrouw denken, dan loopt ze verder en zegt tegen mij 'we zullen zo je moeder wel vinden, we lopen daar even heen' Ze loopt richting een deur waar ze in gaat, een ruimte met kledinghaakjes waar kleding hangen. Ze loopt naar alle kleding en kijkt er naar. Waar kijkt ze naar, waarom naar de kleding, moeten we mijn mama niet vinden ? Dan stopt de mevrouw en zet mij op de grond. Ze graait in een tas naar een badhanddoek en doet badhanddoek bij mij af. Opeens begint ze mij af te drogen en ze wilt mijn zwembroek uit doen. Wat gaan we doen, waar is mama, ik wil dit helemaal niet en sla de handdoek van mij af. Ik begin te huilen, en doe een stapje naar achter 'laten we eerst droge warme kleren aantrekken en dan naar je mama zoeken' zegt ze. Ja heb het wel koud, ik wil wel mijn kleren aan. De vraag blijft wie deze mevrouw is, en waarom ze mij helpt. Maar ze is zo aardig, dat ik er geen kwalijkheid in zie. Ze droogt mij af en doet mij kleren aan, vreemde kleren, het lijken wel mijn kleren maar toch anders. Ik kijk rond, ben hier nog nooit geweest met mama en zus. Dan doet ze mij een vest aan en doet de muts aan de vest over mijn hoofd heen. Ik wil dit niet en gooi de muts weer af, ''je kan beter de muts opzetten, anders krijg je het koud ' en ze doet de muts weer over mij heen. Weer gooi ik hem af, 'laat de must nu maar op, mama zal het niet leuk vinden als je ziek wordt ' Ze doet mij de must weer op, ik laat het maar op anders wordt inderdaad mama boos. De mevrouw kleed zich zelf aan en wilt dan met mij aan haar hand richting de deur lopen. Gaan we nu naar mama zoeken, waarom deze deur en niet andere waar we vandaan komen.
Na een stukje lopen komen weer in een ruimte, hier ben ik wel eens geweest, het is de hal van het zwembad. Ik kijken, nee geen mama of zus, gaan we nu terug. De mevrouw stopt bij een bankje, ze trekt de muts van mijn hoofd af ' we zullen buiten ook even kijken of jouw mama daar is ' . Ze glimlacht 'het is vast koud buiten en het sneeuwt, we zullen jouw even een jas aandoen', ze pakt een jas en wilt dat ik deze aantrek. Deze jas is niet van mij, ik had toch een groene, en begin tegen te stribbelen. De vrouw probeert weer bij de jas aan te trekken, ik wil deze jas niet, deze jas is niet van mij en hij reukt anders. Ik sla de sla de jas weg, 'kom gewoon aantrekken, deze jas is van mijn kindje en je mag deze lenen om je mama te zoeken' Ik twijfel maar trek de jas toch wel aan, anders heb ik het koud buiten. De mevrouw trekt mij een blauwe achtige jas aan, daarna een sjaal, en een losse muts over mijn hoofd. Best vrolijk die kleurtjes op de sjaal en muts. De jas is anders dan de mijne, hij lijkt minder ruim dan de mijne. Had toen niet in de gaten dat ik een meisjes sjaal, muts en jas had aangekregen.
Buiten kijken we wat rond, nee ook geen mama. Mama zal nu wel denken waar ik ben, en zal mij ook wel zoeken. Er lopen mensen langs ons heen, een mevrouw groet de mevrouw waarmee ik ben meegegaan. 'goedemiddag' de mevrouw zegt goedemiddag terug. Net dat we verder willen lopen spreekt een andere mevrouw ons aan, misschien is mijn mama gevonden. 'u dochter had haar wanten latten vallen binnen', de mevrouw geeft ook een paar wanten aan de mevrouw met wie ik ben. 'bedankt' zegt de mevrouw. Ze trekt mij de wanten aan, lekker warm. De mevrouw kijkt naar mij, de andere mevrouw doet de muts van de muts goed over mijn hoofd en frumeld wat met de sjaal 'het is koud niet, lekker dat u dochter zo goed is aangekleed. Is ze ook 3 jaar, mijn dochter is 3 jaar en even groot als haar'. De mevrouw zegt ja,
Later komt de mevrouw weer terug met een stuk papier, 'tot aankomende zaterdag' zegt de mevrouw. We lopen verder, nog steeds geen mama. Bij de fietsen zegt de mevrouw opeens 'zullen jouw thuisbrengen, je papa zal vast thuis wezen' mijn papa is inderdaad thuis druk aan het werk. Maar moeten we mama niet eerst vinden en dan naar papa gaan. ' ik weet waar je woont en wie je bent, zo ik breng je wel even thuis. Papa zal mama wel bellen dat je thuis bent' Ze glimlacht weer, de angst en leegte bij mij gaan door in tranen en begin te huilen. Huilen en tegenstribbelen, want ik wil mijn mama! De mevrouw tilt mij op en troost mij 'je zal wel moe wezen, kom ga maar zitten in het kinderzitje van mijn dochter dan breng ik je thuis'. Ze laat mij zitten in een kinderzitje achter op de fiets. Ze doet de riempjes om en haalt de fiets van het slot. Ik kijk nog naar het zwembad met tranen in mijn ogen, kijkend waar mama is.
De mevrouw merkt dat ik toch een beetje bang ben, en dat ik huil omdat ik mama kwijt ben. Ze haalt haar telefoon uit haar zak. 'we zullen mama wel even bellen, dat we je naar huis brengen ' Ze belt een telefoonnummer, dan legt ze de telefoon naast mijn oor net als mama en papa doet. 'hallo liefje met mama, wees gerust de mevrouw brengt je naar papa, en mama komt later met zusje thuis. Mama heeft papa al gebeld en papa zal je opvangen, tot vanavond liefje' Nou dat was het dan, het geeft mij wel een rust gevend gevoel, ik stop al een beetje met huilen en de angst en leegte verdwijnen. De mevrouw bergt de telefoon op, en begint te fietsen. 'we gaan nog even naar de stad om een bloemetje voor je moeder te kopen' Inderdaad ze fietst naar de stad en stallen de fiets. Dan lopen naar een winkel, best groot met veel lichtjes en geluiden. Aan de hand van de mevrouw lopen we naar een roltrap, ik vind altijd leuk om te doen, zo grappig hoe je vooruit komt. Boven lopen we verder, bij een plek vol met rekken met kleding stoppen we. 'het is warm ik zal bij je de sjaal en muts afdoen' De mevrouw bergt de sjaal en muts op in de jaszakken, en doet bij mij de jas aan stukje open. 'ga maar even zitten en ga maar tv kijken, dan zal ik een bloemetje uitzoeken' Ik ga kijken naar de tv.
Het duurt best lang voordat die mevrouw terug is, ik kijk weer rond. Wat moet ik nu doen, de angst en leegheid die ik had kom weer bij mij boven. Ik loop wat rond of ik de mevrouw vindt, maar helemaal nergens. Ik begin te huilen, hard te huilen, dan wordt ik aangesproken door een andere mevrouw 'ben jij je mama kwijt' Ik kijk haar met tranige oogjes, en vertel dat ik mijn mama zoek is. Ze kijkt mij, 'wat vreemd, je bent een jongetje maar met meisjes kleren aan, ik zal de politie wel even bellen' Later komt mensen in het blauw met mij praten, al snel wordt er duidelijk dat ik het jongetje ben die bij het zwembad was ontvoerd. Als ik mijn moeder zie dan ben ik heel blij en gelukkig, en sla mijn armen om haar heen als ze mij optilt. Ze heeft ook tranige ogen, van blijdschap dat ze mij weer zit.