De volgende ochtend werd Rosita als eerste wakker. Het was 8 uur en ze vond het hoogste tijd om op te staan. Nu had ze veel tijd om ongestoord de omgeving te verkennen. De anderen sliepen toch altijd uit. Ze stond op, pakte wat eten en drinken en stopte het in de zadeltas. Daarna zadelde ze Black Moon op en steeg op. Toen reed ze weg. Waarheen, wist ze niet. Wat er zou gebeuren, wist ze ook niet. En misschien was dat maar goed ook…
Ze besloot om het pad dat ze gister hadden gelopen terug te lopen. Dat zou er veel anders uit zien in het licht! Toen ze bij het bos aan was gekomen, begon Black Moon opeens te galopperen. ‘He, rustig jij! Jij hebt er zin in!’ Riep Rosita vrolijk. Ach, wat gaf het, Black Moon had toch altijd zo veel energie, en zij had ook wel zin in een galopje. Wat ze niet wist, was dat Black Moon niet ging galopperen omdat hij zoveel energie had…
Toen ze even later weer stapten, zag Rosita dat er een zijpad was. Die had ze gisteravond helemaal niet gezien!
Verder dacht ze er niet over na. Ze sloeg het zijpaadje in en dacht na over gisteren. Die oude manege, stukken hout… wacht eens! Die brief! Waarom heeft ze die niet opgeraapt?! Wat stom van haar! Die moet ze echt gaan halen, voordat de anderen erachter komen. Ja, dat soort dingen houd ze liever voor zichzelf. Dan kijkt ze voor zich uit. Ze fronst haar wenkbrauwen. Dan laat ze Black Moon stoppen. Ze staat ongeveer aan het eind van een dicht bos. Voor haar liggen uitgestrekte heuvels. Het pad stopt opeens, paar meter voor haar. Ze ziet een paar honderd meter verder een hoge heuvel, en daarna niks. Ze is benieuwt wat er achter die heuvel zou liggen. Ze denkt na, die brief of ontdekken wat er achter die heuvel is? Uiteindelijk kiest ze voor het laatste. Ze laat Black Moon verder stappen. Ze merkt niet dat er donkere wolken verschijnen. Ze merkt niet dat Black Moon steeds onrustiger word. En ze merkt ook niet, dat duistere ogen haar vol haat achternakijken.
Het lijkt wel of er nooit een einde aan die heuvels komt!
Eindelijk, eindelijk is ze bij de hoge heuvel. Onderaan de voet van de heuvel wil Black Moon niet meer verder, wat ze ook probeert. ‘Wat ben je de laatste tijd toch koppig! Ik vind het echt niet leuk meer! Dan ga ik wel alleen!’ Zegt Rosita boos tegen haar paard. Ze steeg af, en zei tegen Black Moon: ‘Blijf hier! Je laat me niet alleen, begrepen?’
Toen liep ze de heuvel op. Na een zware klimtocht kwam ze bovenaan en keek naar beneden… wat ze toen zag, was adembenemend.
Het was een prachtige heide, met prachtige paarse bloemen. Vlinders en bijen vlogen rond, vogels kwetterden en het rook er heerlijk naar die mooie bloemen. Vanuit dat donkere bos en die donkergroene heuvels was het heerlijk om deze heide te zien.
Achter de heide lagen grote, woeste zwarte bergen. Maar die zag Rosita niet, omdat ervoor een enorm bos lag. Links lag een uitgestrekt meer. Over de hele heide waren wat boompjes verspreidt.
Met een gelukkig gevoel liep Rosita naar beneden. Toen ze beneden aangekomen was, genoot ze nog meer van deze heide. Ze ging liggen in het zachte gras met de geurende bloemen, de zoemende bijen en de fladderende vlinders om zich heen en ze keek naar de strakblauwe lucht. En toen, na korte tijd viel ze in slaap. Wat heel gevaarlijk was op deze heide…
Intussen waren Lisa, Ilse, Jim, Roel en Yorick ook wakker geworden. Ze aten wat, en Jim en Lisa gingen de paarden borstelen. Ilse, Roel en Yorick gingen de manege verkennen. ‘Waar zou Rosita zijn?’ Vroeg Jim. ‘Oh, die zal wel weer de omgeving aan het verkennen zijn, dat doet ze altijd.’ Antwoordde Ilse. ‘Ja, dat is waar.’ Zei Jim uiteindelijk. Maar toch voelde hij dat er iets aan de hand was.